Veel gestelde vragen.
Wij krijgen begrijpelijkerwijs veel vragen over ons ras; de meest gestelde vragen hebben we voor u op een rij gezet:
- Waarom lijken de Slowaken niet allemaal op elkaar?
Omdat de Slowaak een jong ras is, is er nog geen algemene uniformiteit. In het land van herkomst is het stamboek bovendien niet gesloten: dit betekent dat het is toegestaan om incidenteel een hond van een ander ras (Weimaraner, Cesky Fousek, Duitse Staande Korthaar) te gebruiken als dit nodig is. Bovendien wordt de kleur in de rasstandaard ruimhartig omschreven: de hoofdkleur is bruin geschaduwd grijs, met in meer of mindere mate witte aftekeningen of schimmel. Zo zien we de grijze kleur, maar ook de roan. - Waarom heeft de ene Slowaak een lange vacht en de andere Slowaak een (heel) korte?
De rasstandaard beschrijft een wollige ondervacht en een vier centimeter lange, ruwe bovenvacht. Daarnaast nog een hardere vachtstructuur op de rug, de borst en de staart. Wanneer een pup ongeveer 6 weken oud is, is goed te zien of de vacht in aanleg hieraan voldoet. Doordat het stamboek nog niet gesloten is in het land van herkomst en ons ras nog relatief jong is, zijn er veel verschillen in vachten: we zien vachten zonder bovenvacht, vachten die te lang of te wollig zijn, dubbele vachten met een te korte bovenvacht en zelfs compleet driedubbele vachten zoals gewenst is bij de Cesky Fousek.
Wij horen nog wel eens van eigenaren dat de vacht van hun Slowaak uiteindelijk niet zo mooi is geworden als ze hadden gehoopt. Bedenk goed: een vacht ontwikkelt zich in de loop van de jaren, maar alleen een vacht die in aanleg goed is, ontwikkelt zich tot de juiste vacht. Een in aanleg slechte vacht wordt nooit een goede vacht. Een pup zonder bovenvacht-in-aanleg blijft een kortharige hond. En een pup zonder garnituur-in-aanleg krijgt nooit een volle baard. Fokkers weten dit en zullen de aspirant pupkopers hierover (moeten) informeren. Uiteraard hebt u hierin zelf ook een grote verantwoordelijkheid: wanneer u gaat kijken naar de pups; let dan op of de vacht in aanleg in voldoende mate aanwezig is. - Heeft een Slowaak veel beweging nodig?
Het antwoord is simpel: Ja, de Slowaak heeft veel beweging nodig. Maar dat niet alleen: hij heeft ook een taak nodig. Als hij niet ingezet wordt als jachthond, zult u de hond een alternatief moeten bieden. Het belangrijkste is dat u zich realiseert dat u een staande jachthond in huis haalt. Een Slowaak die zich verveelt gaat zichzelf een taak toebedelen. Dus minimaal 1 keer per dag onaangelijnd een flinke lange wandeling is noodzakelijk - Gaan de pups alleen naar jagers?
Dit hangt af van het persoonlijke beleid van de fokker. Er zijn fokkers die hun pups alleen afgeven aan jagers of voorjagers. Wij respecteren dit en begrijpen de overwegingen hiervoor. Onze mening is dat wanneer alle fokkers van jachthonden alleen zouden fokken voor en verkopen aan (praktijk)jagers, er een groot overschot aan pups zou zijn. Immers, het aantal praktijkjagers dat werkt met een staande hond in Nederland is beperkt, dus heel veel nesten hebben we daar niet voor nodig... Alleen pups verkopen aan mensen die de jachthondensport bedrijven? Dat zou mooi zijn, omdat de hond dan het werk doet waar het voor gefokt is, en de fokker "zijn kroost" kan blijven volgen om te zien of de fokdoelen zijn behaald.
Maar eerlijk is eerlijk; een fokker kan niemand iets verplichten. Het is belangrijk goede voorlichting te geven over het doel van de hond, de karakters, het ras dat nog in ontwikkeling is en de africhting van een jonge hond. En dan is het, naar onze mening, aan de nieuwe eigenaar om te bepalen wat hij of zij met de hond gaat doen. Een Slowaak is voor veel dingen in: jagen, man-trailing, canicross, behendigheid, Gedrag&Gehoorzaamheid, behendigheid of speuren: ze doen het allemaal heel graag. Zolang ze het maar samen mogen doen met hun baas. - Welke afwijkingen komen voor in het ras?
Zoals bij veel hondenrassen komen bij de Slowaak ook enkele genetische of aangeboren afwijkingen voor. Wij hebben zelf te maken gehad met door ons gefokte pups die epilepsie bleken te ontwikkelen. Een verschrikkelijke aandoening waar nog geen DNA of erfelijkheidstesten voor bestaan. Inmiddels is grotendeels bekend in welke lijnen epilepsie zit, waardoor er gericht kan worden gescreend in de lijnen alvorens over te gaan op de keuze van fokdieren.
Ook Color Dilution Alopecia (CDA) komt voor binnen het ras: dit is een autosomaal recessief erfelijke aandoening die kan zorgen voor kaalheid en verkleuring.
Fokdieren is West-Europa worden getest op Heupdysplasie, en soms op Elleboogdysplasie.
Auto-immuunziekten worden gezien in verschillende staande honden rassen, en er zijn ook bij de Slowaak gevallen bekend.